Ten eerste, zolang er geen windje wordt gelaten is de wudu geldig, dus kan het gebed verricht worden.

Ten tweede, jouw onrust heeft te maken met influisteringen (waswasa) van de duivel. De duivel gebruikt zulke soorten influisteringen om mensen afstand te laten nemen van aanbiddingen. Men zegt dan: ik heb een windje gelaten, mijn wassing is hierdoor verbroken, om vervolgens nogmaals zichzelf te wassen, terwijl zijn wassing eigenlijk niet is verbroken. Om zulk soort situaties te voorkomen zegt de boodschapper van Allah (saw) in een hadith het volgende:

Het doel van het horen en/of ruiken heeft te maken met het zeker zijn dat je rituele wassing verbroken is. De rituele wassing is ook verbroken als hij/zij er zeker van is dat er een windje is gelaten zonder dat te horen of te ruiken. Want het is geen vereiste dat er bij elke windje iets gehoord of geroken moet worden. Als iemand zeker weet dat hij/zij een windje heeft gelaten, maar niets heeft geroken of gehoord en hierdoor toch zijn rituele wassing niet verricht, en vervolgens het gebed verricht, zal het gebed niet geldig zijn.

Tot slot: als een persoon twijfelt of hij/zij een wind heeft gelaten of niet en indien deze twijfel vaak wordt herhaald, hoeft hij niet nogmaals wudu te verrichten. Hij/Zij kan met die wudu zowel het gebed verrichten alsmede de Koran reciteren.